VAN HET VERVOLGEN DER “PAEPEN” TOT EEN KARDINAAL OP DE PREEKSTOEL.

In 1581 zijn de rooms-katholieke instellingen in Wijk bij Duurstede overgegaan in protestantse handen. Het betrof de St. Jans- of Grote Kerk, het Maria Magdalena Klooster en het Ewoud- en Elisabeth Gasthuis. Toch was het niet zo, dat de Wijkenaren nu in grote aantallen hun R.K.-geloof inwisselden voor het geloof van Calvijn. In de eerste decennia na 1581 werd het rooms katholieke vuur levend gehouden door rondtrekkende priesters, die zich voor kortere of langere tijd in Wijk ophielden.
gelok101-1

Wijk bij Duurstede omstreeks 1450
(boek: “Wijk bij Duurstede 700 jaar stad”)

De rooms katholieken kerkten eerst clandestien in het Maria Magdalenaklooster. Dit Dominicanessenklooster lag op de plaats waar nu de R.K-kerk staat. Pater Bernardus van Goes kwam in 1596 naar het klooster nadat de zusters in tien jaar geen priester van hun orde hadden gezien. Hij moest zich overdag schuil houden op een zolderkamertje en nadat ’s avonds de poort van het klooster was gesloten, kon hij zich vrij door het klooster bewegen. Op zon- en feestdagen hield hij een preek waarbij enige burgers en boeren aanwezig waren. Deze bezoekers van de heilige mis moesten reeds de avond van te voren komen en ’s nachts in het klooster overnachten. De volgende morgen om zeven uur begon de pater de heilige mis te lezen en na afloop hiervan moesten de bezoekers, de een na de ander, zo onopvallend mogelijk het klooster verlaten. Dit heeft de pater tot 1605 volgehouden. In die tijd woedde er een hevige pestepedimie in Wijk en stierven er binnen twee maanden elf zusters. De 70-jarige priorin, de 90-jarige onder-priorin en twee zusters bleven over. De pater kon nog juist uitwijken voordat de overheid ingreep.

In 1605 eigende het stadsbestuur zich een gedeelte van het klooster toe. De “voorborch” werd toen voor de
huisvesting van soldaten gebruikt. De zusters werden naar elders overgebracht. In 1611 overleed de onder-priorin en werd haar huis bestemd als predikantswoning. Het klooster werd na de dood van de priorin in 1618 gesloten. De magistraat kocht voor 500 gulden de huisjes die bij het klooster hoorden. De refter werd vanaf 1619 gebruikt voor bijeenkomsten van de classis van de Nederduitse Gereformeerde Kerk. Het kloosterkerkje is in 1656 afgebroken.

gelok101-2

Het Maria Magdalena Klooster lag op de plaats van de huidige R.K.kerk. (boek: “Wijk bij Duurstede 700 jaar stad”)

Vanuit Overlangbroek werkte in deze streek de priester Steven de Cruyff de eerste decennia na 1581 ook ondergronds en wist zodoende velen voor de R.K.kerk te behouden. Dit tot het ongenoegen van de predikanten, die hun beklag bij het bestuur van Wijk deden over”paapsche stoutigheden”.

Na 1619 nam de druk toe om de katholieken te vervolgen. In 1631 werd er geklaagd dat “ten huyse van Claes Gerrits ende Herman aende Melcwech onder den gerechte van Wijck te Duerstede grote pauselijcke vergaderingen gehouden worden”. In 1632 kwam Theodorus Adolfus van Reede van Amerongen naar Wijk. Hij stichtte in dit jaar de Wijkse parochie opnieuw. Deze heeft als geen ander de katholieken in Wijk weer bijeengebracht, zodat in 1635 het aantal communicanten was opgelopen tot 400 en in 1656 tot 1200. Stilzwijgen werd de uitoefening van het R.K.geloof gedoogd.

In de Achterstraat werd voor deze parochie, achter de pastoorswoning, een schuilkerk gebouwd. Het is niet bekend wanneer deze bouw heeft plaatsgevonden, wel is er een gravure uit 1790 waar de schuilkerk opstaat. Tot in de 19e eeuw heeft deze kerk dienst gedaan. In 1899 is de schuilkerk afgebroken en zijn er twaalf huisjes gebouwd. Deze huisjes werden de twaalf apostelen genoemd. In 1976 zijn de twaalf apostelen afgebroken en de huidige woningen gebouwd. Op één van de woningen is nog een plaquette over de schuilkerk te zien.
gelok101-3

De Schuilkerk in de Achterstraat in 1790.

In de achtiende eeuw speelden de tegenstellingen nog wel een belangrijke rol. In een raadsstuk van de magistraat van 1735 staat: “vermits dat de meeste familie die van buyten hier komen wonen bijna alle rooms gesinden sijn en meer ende meer aangroeyen en de gereformeerde ingetaale verre te boven gaan”. De magistraat probeerde deze ontwikkeling om te buigen door katholieke immigranten te verbieden zelfstandig een beroep uit te oefenen.

Over het algemeen moesten de predikanten in de 18e eeuw hun kerkelijke problemen zelf oplossen, maar in individuele gevallen van gemengde huwelijken wilde de magistraat nog wel eens reageren op klachten van de predikanten. Een mooi voorbeeld is het geval van de gereformeerde Cornelis de Wael die getrouwd was met de katholieke Jacoba Vernoy. Het jonge stel woonde in bij de rijke katholieke brouwer Johan Vernoy. De magistraat had het vermoeden dat de op handen zijnde gezinsuitbreiding de gereformeerde gemeente van Wijk in beroering zou kunnen brengen. Zij riep de aanstaande vader bij zich en stelde hem de vraag of hij er voor in kon staan dat zijn kind in de Grote Kerk gedoopt zou worden. Cornelis zei dat hij niet in staat was die garantie te geven. De regenten achtten dit in strijd met “de martialen macht die een man over sijn vrouw en kinderen volgens de goddelicke en wereltlicke wetten van den lande” toekwam. Het kind had dan ook nog maar nauwelijks het levenslicht aanschouwd of de strijd om de doop barstte los. Cornelis kwam tenslotte zijn beklag doen bij de magistraat. Hij kon namelijk niet over het kind beschikken en werd er angstvallig van weggehouden. Hierop stuurde de magistraat een deurwaarder en een vroedvrouw op de onwillige Johan Vernoy en zijn dochter Jacoba af. Echter gezien de “teerheit” van de zuigeling was het niet verantwoord om de doop te voltrekken. Om de situatie meester te blijven, kwartierde de raad vervolgens twee deurwaarders en een ouderling van de gereformeerde religie bij Vernoy in, totdat het kind toch in de Grote Kerk gedoopt kon worden.

Uit het feit dat rond 1650 ongeveer de helft van de bevolking van Wijk tot de R.K.kerk behoorde, kan geconcludeerd worden dat de protestantisering in Wijk niet echt is doorgezet. In 1809 waren er 1043 katholieken en  749 gereformeerden in Wijk.

gelok101-4

Kardinaal Simonis op de preekstoel op 9 september 2000.

gelok101-5

De tegenstellingen tussen de rooms-katholieken en protestanten hebben ook in Wijk lang geduurd. Tot na de Tweede Wereldoorlog gaven gemengde huwelijken de nodige problemen. Pas na de tweede helft van de vorige eeuw normaliseerden de betrekkingen tussen de beide groeperingen. Er worden nu gezamenlijke kerkdiensten georganiseerd. In het kader van het 700-jarig bestaan van Wijk bij Duurstede heeft kardinaal Simonis op 9 september 2000 zelfs een vesperdienst geleid in de Grote Kerk.

De Kerkarchivaris, 30 november 2010
Ton Gelok

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *