De muur en het klooster

 

Deze muur is in 1399 gebouwd als onderdeel van het dominicanessenklooster Maria Magdalena. Tweehonderd jaar was hier de kloosterhof waarin zusters hebben gebeden en gewerkt. In 1604 werd het klooster gesloten.

Het was hier een slotklooster. Het klooster was een afgesloten gebied. De huidige Klooster Leuterstraat gaat over het voormalige kloosterterrein heen.

Deze muur vormde de scheiding tussen de zusters en de andere bewoners van Wijk bij Duurstede. De zusters konden zich hier ongestoord op God richten en werken. De andere mensen hadden de Johannes de Doperkerk aan de Markt en de nog oudere St. Crucis’ kerk (=Sint Antoni-kapel) aan de Steenstraat. Er was ook een kapel in het kasteel, in het gasthuis aan de Oeverstraat en naast het melaatsenhuis aan het einde van het Vrouwepoortpad langs de Lek (ongeveer waar nu het Veerhuis staat).

 

Wijkse vreugde en eerbetoon

Het klooster is met toestemming van paus en bisschop in 1398-1399 gebouwd door de Willem die hier toen regeerde als ‘Heer van Abcoude en Duurstede’. In 1401 is het ingewijd door de bisschop.

Overeenkomstig de toestemmingsbrief werd het een klooster naar het voorbeeld van een moederklooster in Schönensteinbach in de Elzas. Deze zusters volgden de tweede regel van de heilige Dominicus. Een aantal zusters trok naar Schönensteinbach om daar het kloosterleven te leren. ‘Zij reisden in een Rijnschip terug, vergezeld van vier zusters uit het moederklooster. Ze werden te Wijk met vreugde en eerbetoon ontvangen.’ Zo schrijft H. Hijmans in 1951 in het boek Wijk bij Duurstede.

Er was plaats voor maximaal vijftig zusters. Ze werden door de bevolking van Wijk ‘de witte zusters’ genoemd. Hun habijt was wit. 

Kloostercomplex

Het kloostercomplex was ommuurd door een muur die 80 cm dik is, 3 meter hoog en 1,5 meter diep de grond in gaat. Het kloostercomplex liep tot aan het huidige Kerkstraatje en de Plantsoensteeg. Waar nu dat Kerkstraatje en die Plantsoensteeg liggen, daar was langs de kloostermuur in de eerste jaren van het klooster een gracht: de Arkgracht. Die gracht liep door tot aan het kasteel, dus over de huidige Mazijk. 

Tijdbeeld

Toen de zusters rond 1400 hier kwamen, vierde Wijk bij Duurstede ‘honderd jaar stad’. Aan de Grote Kerk was sinds ruim dertig jaar een kapittel van tien kanunniken verbonden: priesters die financieel werden onderhouden, hun gebedstijden hadden en voorgingen in de Eucharistie, ook in de kapel van het melaatsenhuis.

Ongeveer een jaar nadat het klooster gebouwd is, werd een paar honderd meter verderop, in het jaar 1400, aan de Oeverstraat het Ewoud Gasthuis gesticht, voor zieken en doortrekkende reizigers. Ook hier was Willem, de Heer van Abcoude en Duurstede, de stichter. Hij overleed zeven jaar later, in 1407. Het gebouw van het gasthuis staat daar nog steeds. Het gasthuis zelf verhuisde in de vorige eeuw naar de Gansfortstraat en is nu een zorgcentrum.

Pas zestig jaar na de stichting van het klooster kwam David van Bourgondië in Wijk bij Duurstede wonen – op het kasteel – en zou de Grote Kerk zijn toren krijgen.  

Meer

– over inhoud van het kloosterleven: klik op Wat deden de zusters?

– literatuur over het klooster: zie de boeken ‘Wijk bij Duurstede: 700 jaar stad: ruimtelijke structuur en bouwgeschiedenis’, geredigeerd door M. A. van der Eerden-Vonk, en Wijk bij Duurstede, van H. Hijmans. Beide boeken zijn in de Wijkse openbare bibliotheek.

– over kloosters in Nederland: http://www.ru.nl/kdc/geschiedenis/kloosterleven_in/

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *