Bidden bij het Kruis

afb12_bidden_bij_kruis_in_Kloosterhof_003_overzicht_licht
Met ruim dertig mensen uit de verschillende kerken te Wijk bij Duurstede hebben we bij het kruis gebeden voor ieder die zal opzien naar dit kruis. De teksten van toen staan hieronder. Ze kunnen ons ook nu inspireren.

Welke weg?

In de tekst op het kruis, ‘Komt allen tot Mij’, klinken deze oude woorden van Jeremia door.
‘Dit zegt de HEER:
Ga op de kruispunten staan, denk na,
kijk naar de oude wegen.
Welke weg leidt naar het goede?
Sla die in, en vind rust.
Maar zij zeggen: “Dat doen wij niet.” ‘
(Jeremia 6, 16)

Opzien naar het kruis

En Jezus zei: ‘Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die
uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? De Mensenzoon moet hoog verheven
worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, opdat iedereen
die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij
zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren
gaat, maar eeuwig leven heeft.’ God heeft zijn Zoon niet naar de wereld
gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te
redden.

(Johannes 3,13-17, de evangelielezing van het Feest van kruisverheffing)

Lied (GvL 413):

Christus heeft voor ons geleden
als een beeld van ons bestaan,
dat wij zover zouden gaan
in zijn voetstappen te treden

Die geen zonde heeft bedreven,
uit wiens mond niet is gehoord
enig onvertogen woord, maar
de adem van het leven.

Door wiens striemen gij genezen
door wiens dood gij levend zijt,
levend in rechtvaardigheid,
taal en teken van Gods wezen.

Ja, de Heer zal u bewaren,
Hij de Herder, Hij het Lam,
die voor u ter aarde kwam,
die voor u is opgevaren!

De tekst op het kruis
Jezus zei: ‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie  werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht’

(Matteüs 11,28-30)

Stilte om zelf een gebed te schrijven/bidden in antwoord op deze tekst.

Misschien kan uw gebed ook anderen inspireren als het op deze website geplaatst wordt. U
kunt uw gebed mailen naar b29@stucom.nl.

Zegening van het kruis en gebed

[[filmpje zegening 14-9-11 hier nog invoegen]]

Priester Wouter de Paepe bad:

“Heer, heilige Vader, Gij hebt gewild dat het kruis van uw Zoon bron van alle zegening werd en oorzaak van elke dankzegging; sta ons genadig bij, nu wij als teken van ons geloof dit kruis hebben opgericht en geef dat wij ons hier op aarde richten op het mysterie van het lijden van Christus en de eeuwige vreugde van de verrijzenis bereiken. Door Christus onze Heer. Amen.”

 

afb13_Ali_van_Vemde_t_Groentje_W38AVkruis2_webkl
Ouderling Matthijs van Wiggen dankte God voor zijn Zoon, die voor ons aan het kruis is gegaan. foto: Ali van Vemde, ’t Groentje.

Oudste Michel Kok bad dat ieder die zal opzien naar dit kruis daardoor bemoediging en rust
zou vinden.

 

Onze Vader,
de in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome
uw wil geschiede,
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leidt ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid,
in eeuwigheid.
Amen

Slotlied:

U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen daald’ een engel af,
heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.

Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren, blijd’en welgezind
en zegt telkenkere: “Christus overwint!”

U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft.
In zijn Godd’lijk Wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen in leven en dood.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.

Aan het einde van deze korte bijeenkomst op 14-9-2011 was ieder uitgenodigd om een
rondje door de Kloosterhof te lopen met iemand die je nog niet kent, en samen uit te wisselen wat de tekst op het kruis bij je oproept.

Tip:

Lees de genoemde Bijbelteksten ook in hun context, bijvoorbeeld op http://www.biblija.net/biblija.cgi.
Daar staat de volledige tekst van de Bijbel in een groot aantal vertalingen.

Wat deden de zusters?

afb19 schrijvende zuster, gebedenboeken kopieërenDe belangrijkste taak van de zusters in het Maria Magdalenaklooster in Wijk bij Duurstede was te bidden. Ze studeerden Latijn om de koordiensten naar behoren te kunnen zingen. Ze hadden hun eigen kloosterkerk en maakten ook gebedenboeken.

De gebedsdiensten in kloosters bestaan vooral uit psalmgebed. De gemoedstoestanden van een mens komen voor in de psalmen, zoals vertwijfeling, droefheid, blijdschap, vertrouwen en boosheid.

De psalmen staan in de Bijbel. Zie verschillende vertalingen op

http://www.biblija.net/biblija.cgi.

 

 

afb20 hele kapel, van bovenDominicanessen

Het volgende filmpje geeft een indruk van een dominicanessenklooster zoals we dat in de 15e en 16e eeuw hadden in Wijk bij Duurstede. U ziet en hoort hier een kloostergemeenschap die gesticht is door de Franse dominicanes Odile Dupont-Caillard, zuster Marie:

afb21 koorgebed close

Kloosterweekend

Kloosters zijn in onze maatschappij een plek voor allerlei mensen die even op zoek zijn naar rust, stilte en bezinning; om tot jezelf te komen en tot de bron van je bestaan. Onze parochie organiseert jaarlijks kloosterweekends. Lees http://www.pj23.nl/info.php?id=66.

 

 

 

 

afb22 getijdenboek

Gebedenboek

Met het Klein Getijdenboek voor de leken kunt u ook zelf getijden bidden. Het is te koop.
De uitgebreide versie van dit gebedenboek is hier te zien en hier te koop.

Meer: www.getijden.nl

 

 

Nieuwe gemeenschappen in de Kerk

Meer kloosterzang van een nieuwe gemeenschap:

http://www.youtube.com/watch?v=B9FlGTEU7OM&feature=related

Nieuwe gemeenschappen en bewegingen worden gesticht om antwoord te geven op de nieuwe uitdagingen van deze tijd. Voor een overzicht:

www.stucom.nl/bewegingen.

Laatste zuster Maria Magdalenaklooster

Dit gebeurde 400 en 600 jaar geleden in Wijk bij Duurstede

Dit jaar, 2011, is het precies 400 jaar geleden dat Wijk bij Duurstede afscheid moest nemen van de laatste zuster van het Maria Magdalenaklooster, en 600 jaar geleden dat de bekendste zuster van dat klooster overleed. In de boeken over Wijk bij Duurstede worden alleen deze twee zusters met name genoemd.

In 1611 stierf zuster Margaretha van Zuylen van Natewisch. De plaatselijke overheid had in 1583 de zusters onder strenge controle geplaatst en bepaald dat er geen nieuwe zusters meer toe mochten treden. Door versterving zou het klooster eindigen. Zuster Margaretha werd 97 jaar oud. Zij was onderpriorin en had het recht verworven om in een huis aan het Kerkstraatje te wonen, een huis dat in de 16e eeuw onderdeel van het klooster was geworden. Haar laatste medezusters waren in 1604 heengegaan: elf door te sterven aan de pest en vier door te vertrekken.

Bizar

Precies tweehonderd jaar eerder stierf zuster Johanna, in 1411. We zouden haar niet kennen als haar laatste tien levensjaren niet zo bizar waren verlopen. Zij was een gehuwde dochter van Willem van Abcoude en Duurstede, de man die rond het einde van de 14e eeuw in Wijk bij Duurstede regeerde en hier een klooster en een gasthuis liet bouwen. Het klooster werd gebouwd in 1398-1399 en in 1401 ingewijd. Met hulp van vier zusters uit een moederklooster in Schönensteinbach in de Elzas begon hier een biddende gemeenschap van zusters dominicanessen. Het jaar na de inwijding van het klooster was heftig voor Johanna. Haar moeder stierf en haar man, Johan (Jan) van Bredero, wilde intreden in een klooster in Utrecht. Haar moeder werd in het klooster te Wijk bij Duurstede begraven. Haar man Johan ging – met toestemming van de paus – naar een klooster van kartuizers in Utrecht. Johanna trad als zuster in in het Maria Magdalenaklooster in Wijk bij Duurstede. Johan en Johanna hadden geen kinderen.

Erfenis

Vijf jaar later, in 1407, sterven de vader van Johanna en haar broer Gijsbert, die de erfenis had moeten krijgen. Nu zou de erfenis naar de familie van Gaasbeek gaan. Daar wilde Johan van Bredero een stokje voor steken door zijn huwelijk met Johanna te herstellen. In Wijk wilde men Johanna niet laten gaan. Met geweld heeft Johan haar gehaald. Door tegengeweld (en bemiddeling van de bisschop) is Johanna toch weer in haar klooster teruggekeerd, en een jaar later stierf zij, in 1411. Dat is nu 600 jaar geleden.

Herleefde belangstelling

Nog voordat er in Wijk bij Duurstede aandacht was voor deze twee gedenkwaardige sterfjaren, herleefde juist in 2011 de belangstelling voor het voormalige Maria Magdalenaklooster. Van het hele kloostercomplex is nog een stuk van de ommuring bewaard gebleven en toegankelijk gemaakt voor het publiek: de zuidelijke muur van de kloosterhof, Klooster Leuterstraat 39, naast de rooms-katholieke kerk. Over de kerkgeschiedenis die aan deze kloosterhof verbonden is, kunt u steeds meer lezen (en horen en zien) op www.johannesdedoper.net/kloosterhof.

Gedenkbord

De locatieraad van de katholieke kerk heeft nu aan het gemeentebestuur voorgesteld om een informatiebord over het klooster aan te brengen bij de ingang van de Kloosterhof. En om de vroegere loop van de ommuring van het klooster in het wegdek van de Klooster Leuterstraat zichtbaar te maken, zoals sinds enige jaren ook het vroegere tramspoor in het wegdek bij de Markt te zien is.

Bronnen:

– het boek ‘Wijk bij Duurstede 700 jaar stad’ (blz. 255, 248)
– het boek ‘Wijk bij Duurstede’ van H. Hijmans (m.n. blz. 75 en 78)
– Wijkse Courant 29-12-1999

Dit artikel van Kees Slijkerman stond op 23 november 2011 in Wijks Nieuws/’t Groentje (pagina 31) onder de titel ‘Laatste zuster Maria Magdalenaklooster’,
en iets ingekort op 7 december 2011 in de Wijkse Courant (pagina 2-3) onder de titel ‘Het jaar 2011 bijzonder voor herdenken van Wijkse zusters’.

Waarom Jezus

WAAROM JEZUS?

Waarom staat Jezus centraal in deze Kloosterhof?

Het kruis verwijst naar de manier waarop Hij is gestorven.
De woorden op het kruis, ‘komt allen tot Mij’, zijn van Hem.
En het Heilig Hartbeeld tegenover het kruis is van Jezus.
Waarom Jezus? Wie is Hij?

Wie is Jezus?

Pater Ferd Vergeer – een missionaris in Maleisië, die ook wel eens in Wijk bij Duurstede voorging in een eucharistieviering – heeft uit de Bijbel honderd titels en namen voor Jezus verzameld. Als je ze allemaal leert kennen, ontdek je iets van Jezus’ veelzijdigheid.

Ze staan hier:

‘Waarom Jezus’ is ook de naam van een gratis internetcursus. Als je daar aan meedoet kun je in je eigen tempo per e-mail je vragen stellen en samen met een e-coach antwoorden zoeken. Meer: http://www.waaromjezus-rk.nl/of http://www.waaromjezus.nl/.

Pausen over Jezus

Petrus, de eerste paus, zei over Jezus: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God’ (Matteüs 16 vers 16).
Hoe kunnen we volgens paus Johannes Paulus II in onze tijd Jezus ontmoeten?
Dat leest u in hoofdstuk II van Novo millennio ineunte (document 0020 op www.stucom.nl).
Hoofdstuk II heeft als titel: Een gelaat om te aanschouwen
De subtitels zijn:

  • Het getuigenis van de evangeliën
  • De weg van het geloof
  • De diepte van het mysterie
  • Het gelaat van de Zoon
  • Een lijdend gelaat
  • Het gelaat van Hem die verrezen is

Hoofdstuk III heeft vervolgens de titel: Weer bij Christus beginnen

Novo millennio ineunte is een werkprogramma en visie voor de Kerk in de 21ste eeuw, gepresenteerd door paus Johannes Paulus II bij het begin van het 3e millennium, 6 januari 2001. De Nederlandse tekst is
ook in drukwerk
verschenen in Kerkelijke Documentatie, 11 mei 2001, besteladres bestel@rkk.nl.

Paus Benedictus XVI heeft twee boeken over Jezus geschreven, die zeer veel waardering hebben gekregen tot ver buiten de Rooms-Katholieke Kerk. Ze zijn in een goede boekhandel te bestellen of via internet
(bijvoorbeeld via http://www.bol.com of www.carolushuis.nl).
Dit zijn de gegevens:

Joseph Ratzinger Benedictus XVI, JEZUS van Nazareth, uitgeverij Lannoo.

Deel I: Van de doop in de Jordaan tot de Gedaanteverandering, 378 blz., 2007, 29,95 euro.

Deel II: Van de intocht in Jeruzalem tot de opstanding, 280 blz., 2011, 29,99 euro.

Uit een recensie over deze boeken:

‘Is het moeilijk, wetenschappelijk, theologie? Wel, het vraagt in een aantal hoofdstukken een flinke inspanning, maar grote delen zijn ook vrij vlot te lezen. De schrijver zoekt tastend naar een dieper begrip en hij maakt gebruik van zijn grote belezenheid. Het resultaat is soms helder en verrassend, soms ook wat vermoeiend.

De paus heeft zich als doel gesteld dat wij Jezus leren kennen en beminnen. Daarom probeert hij niet om een volledig historisch beeld te schilderen. Dat zou weinig bijdragen aan een persoonlijke relatie met de Heer. Maar hij zoekt nuchter en gelovig naar wat ons hart kan raken, gebruikmakend van veel associaties die de woorden kunnen oproepen in hun Bijbels verband. Het gaat dan meer om de betekenis, de diepere zin van bepaalde woorden, dan om de zakelijke realiteit.
De beide boeken geven geen doorlopend verhaal van het leven van Jezus. Maar de belangrijke thema’s komen duidelijk aan bod, zoals de Bergrede, het oogmerk van de gelijkenissen, en de betekenis van de grote beelden: water, wijn, brood en herder. De bekoringen van Jezus worden behandeld naar hun diepste inhoud los van de vraag hoe het precies gebeurde.’

(Pater drs. Leo van der Klaauw in Bouwen aan de Nieuwe Aarde, november 2011, www.bana.nl)

Kees Slijkerman

31-12-2011

www.johannesdedoper.net/kloosterhof

 

Terugblik op 377 jaar parochie en 1300 jaar katholieke kerk in Wijk bij Duurstede

Het oude Dorestad moet een belangrijke doorgangsplaats geweest zijn voor de eerste christelijke missionarissen. Er zijn gegevens over Willibrordus, Bonifatius en Anskar. In 777 is er sprake van een bisschoppelijke ‘upkirka’ of bovenkerk. Toen de Noormannen de stad in 863 in brand staken, zal ook de kerk verwoest zijn. In de 10e eeuw is er weer sprake van een kerk. Dit zal een houten gebouw zijn geweest.

St. Crucis kerk aan de Steenstraat

Op een kaart van 1560 wordt aan de Steenstraat een kerk ‘St. Crucis’ genoemd. Deze kerk was in tufsteen opgetrokken en kreeg later de naam Sint Antoni-kapel. Als Wijk bij Duurstede in 1300 stadsrechten krijgt, wil men een kerk binnen de stadsvesten. De bouw van de kerk, de huidige Grote Kerk, duurde van 1300 tot 1365. Toen David van Bourgondië  op het kasteel resideerde, gaf hij opdracht tot de bouw van de toren.
De Sint Antoni-kapel bleef aanvankelijk in gebruik als uitvaartkerk, maar in 1586 werd het gebouw gesloopt.

Grote kerk protestants, parochie opnieuw gesticht

Toen de Grote Kerk in 1581 overging in protestantse handen en het katholieken verboden was een kerk te hebben die van buiten als zodanig herkenbaar was, kerkte men eerst in het Maria Magdalenaklooster en week men later uit naar een schuilkerk in de Achterstraat. In 1632 werd de parochie* opnieuw gesticht.
Het bovengenoemde klooster was het eerste klooster van de Dominicanessen of Witte Zusters in Nederland. Het werd gesticht in 1399. In 1604 werd het klooster gesloten en in 1640 deels afgebroken.
Vanaf 1645 werd het gebruikt als artillerieschool (Corps de Garde; het pleintje voor de pastorie heet in de volksmond nog steeds Kortegaard, wat hier een verbastering van is) van Willem V.

Weer godsdienstvrijheid, dus bouwplannen

Als er in 1798 weer godsdienstvrijheid is, gaat men op zoek naar grond om een nieuwe kerk op te bouwen. Het oog valt eerst op het terrein van de Nederhof aan de Markt, maar de koop stuit af op de koopcondities. Dan verwerft men van ‘sRijks Domeinen ‘één huizinge, genaamd het klooster, ook het Groote of het Princenhuis, met erf en omtrek. Eén van de gebouwen, ‘het kleine Princenhuis’ genaamd wil men verbouwen tot armenhuis. Op het terrein wil men een kerk met pastorie bouwen. In 1816 wordt de eerste steen gelegd voor de nieuwe, zongenaamde Waterstaatskerk.
De koning had, op langdurig aandring van de stichters fl.2500,– beschikbaar gesteld ter bestrijding van de bouwkosten. De gedeputeerde Staten van Utrecht verhoogden dit bedrag met fl.500,–. De bouw stond onder supervisie van de ingenieurs van Rijkswaterstaat. Architect was A. Tollus.

Het huidige r.-k. kerkgebouw, 175 jaar gewijd

Het Godshuis kon pas op 26 november 1833 worden ingewijd. In de jaren ’90 van de 19e eeuw kreeg de kerk die aanvankelijk in barokke stijl was ingericht, een neogotisch metamorfose naar de smaak van die tijd. Er werd in 1894 onder andere een nieuw hoofdaltaar aangeschaft. Dit heeft tot 1955 dienst gedaan in de nieuwe kerk.
Toen de kerk in 1907 te klein bleek, werd Wolter te Riele gevraagd een ontwerp te maken voor een nieuw priesterkoor met zijkapellen en transepten (dwarsschip). Te Riele bouwde ook de kerken van Cothen (1906) en Werkhoven (1908) en de voormalige Sint Anthoniusschool achter de kerk (1921). Wederom werd gekozen voor de neogotiek.
Dit deel van de kerk staat er nog steeds. Begin jaren ’30 werd dit deel van de kerk bont geschilderd met in de kruising de 12 apostelen en de Heilig Geest.
In 1937 onder Deken Roeleveld, moest ook de rest van de Waterstaatskerk met het parmantige Peperbustorentje, wijken voor het schip en de toren naar het ontwerp van A.J. Vosman uit Deventer.
In 1955 werd het oude hoofdaltaar vervangen.

Als gevolg van de veranderingen in de liturgie naar aanleiding van het Tweede Vaticaans Concilie en de slechte staat van vooral de muren, die er te leiden hebben gehad door inwerking van vocht wordt er in 1969, onder Deken Koertshuis, een restauratie, of eigenlijk renovatie ondernomen. De ontwerpen hiervoor werden gemaakt door architect Dresmé uit Driebergen-Rijsenburg. De complete inventaris van de kerk, met uitzondering van het hoofdaltaar, werd verwijderd. De gewelf- en muurschilderingen verdwenen onder een grijze verflaag. De grindvloer en de lambrisering die behalve tegen het vocht ook uit het oogpunt van de akoestiek goed zou zijn, werden aangebracht en de kerkbanken werden anders opgesteld. De oude sacristie werd ingericht als dagkapel.

Bovenstaande tekst is eerder gepubliceerd door onze parochie. De tussenkopjes zijn van Kees Slijkerman.
*Tot 1854 was onze parochie een ‘statie’, zoals blijkt uit de pastoorslijst. In 1853 is door paus Pius IX de Nederlandse Kerkprovincie opgericht, waarmee de hiërarchie van de bisschoppen werd hersteld.

Op 26 november 2008 was de 175ste verjaardag van de inwijding van onze Johannes de Doper kerk in Wijk bij Duurstede.

Na 378 jaar als zelfstandige territoriale parochie
Begin 2010 zal de parochie Sint Johannes de Doper te Wijk bij Duurstede – samen met zeven andere parochies in de Krommerijnstreek – samengaan in de nieuwe parochie Paus Johannes XXIII. Dat is dan ca. 378 jaar nadat in 1632 deze parochie opnieuw werd gesticht en 1294 jaar nadat de heilige Bonifatius in Dorestad was (716). Hoe dat ‘opnieuw stichten’ in 1632 ging is nog een vraag. Tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) was het rooms-katholieke kerkelijk recht ten aan zien van parochies nogal veranderd en deed de ‘territoriale parochie’ pas haar intrede.

Meer dan 1300 jaar
Toen onze parochie in 1632 opnieuw werd gesticht was hier al meer dan 916 jaar een katholieke geloofsgemeenschap (1632 min 716) en ook al voordat Bonifatius hier in 716 kwam. De katholieke geloofsgemeenschap is al meer dan 1300 jaar in Wijk bij Duurstede – sinds de eerste missionarissen hier kwamen – en zal hier ook na de fusie van 2010 blijven. Zullen we ook weer missionair worden?

 

pastoors

Kees Slijkerman, 22-11-2009
Gepubliceerd in parochieblad De Voorloper,
van de Johannes de Doper parochie te Wijk bij Duurstede,
december 2009. 

Het Religieus Erfgoed

Het oude Dorestad was een belangrijke doorgangsplaats voor de eerste christelijke missionarissen. Zo vertrok Bonifatius in 716 vanuit York naar Londen en daar  scheepte hij zich in richting Dorestad. Ook vermelden bronnen dat vele mensen zich lieten dopen in Dorestad . De bisschop uit Utrecht  bezat in Dorestad een kerkje dat vermoedelijk  aan de Hl. Martinus, de patroon van het Frankische Koningshuis, was gewijd.

Ook in de 10e eeuw  was er sprake van een kerk, vermoedelijk een houten gebouw.

104-35Willem van Abcoude ( 1345 – 1407 ) stichtte het Maria Magdalenaklooster in Wijk in 1398. Ook stichtte hij uit religieuze motieven het Ewoud Gasthuis in Wijk Bij Duurstede. In dit gasthuis werd een kapel gebouwd.

104-41De St.Janskerk aan de Grote Markt werd gesticht in de 14e eeuw, dus nadat de stad stadsrechten gekregen heeft in 1300. Zij kwam te staan op een onbewoond terrein binnen de eerste omwalling en verving de veel oudere Heilige Kruiskerk aan de Steenstraat als parochiekerk. Opgravingen hebben aangetoond, dat het eerste gebouw een eenvoudige een-beukige kerk was, met een losstaande toren aan de westkant. In het schip bevond zich een waterputje, mogelijk voor het doopwater.

104-38In de eerste helft van de 15e eeuw werd de kerk vergroot, waarbij de westtoren verdween. Tijdens de regering van David van Bourgondie ( 1456 –  1496) begon men opnieuw aan een ingrijpende verbouwing , die de St. Janskerk tot een van de mooiste kerken in het Sticht moest maken. Als eerste werd de bouw van een nieuwe toren aangepakt, die in hoogte de domtoren moest overtreffen. Het ontwerp is bewaard gebleven . Wegens geldgebrek is de toren nooit afgebouwd.  Tot overmaat van ramp brandde  in 1579 het gereed gekomen nieuwe koor gedeeltelijk af en moest enkele jaren later worden gesloopt. In 1581 gaat de Grote kerk over in handen van de Gereformeerde Kerk  en komt er een kerkeraad , bestaande uit 6 ouderlingen en 2 diaken. Nadat  in 1586 het R.K. geloof verboden werd kwam er een schuilkerk in de Achter-straat. Ook het klooster werd in 1604 gesloten. Toen er weer godsdienst vrijheid  kocht men een terrein om een nieuwe R.K. kerk met pastorie te bouwen.  In 1816 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe zogenaamde Waterstaatskerk en deze werd in 1833 ingewijd.

R.K  SCHUILKERK

In de Achterstraat, waar nu nummer 58  is, stond een R.K. Schuilkerk. Er was een woning met daarachter een groot schuurachtig gebouw.dat dienst deed als R.K. Schuilkerk. In 1899 zijn op dezelfde plaats “de 12 apostelen”gebouwd. Deze woningen zijn in 1976 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.

SYNAGOGE

In Wijk bij Duurstede was een Joodse gemeenschap. In de Volderstraat, nu nummer 7, stond een synagoge. Leden van de Joodse gemeenschap werden begraven  op de Joodse begraafplaats  in de  zuidwestelijke bocht van de Singel.  Hier staan nog twee negentiende eeuwse zerken met hebreeuwse opschriften. De synagoge in de Volderstraat dateert uit 1802 ( stichtingssteen in de voor-gevel) . De functieverandering , namelijk  de verbouwing in een woonhuis, vond in 1923 plaats.

ORGEL           

(bron:  Brochure Grote Kerk door Wim Breunesse, organist Grote Kerk)

104-44Het hoofdorgel van de Johannes de Doperkerk is van hoge ouderdom. Ruim voordat de kerk in 1581 overgaat in hervormde handen is er in de archieven al sprake van organisten. Onderzoek heeft aangetoond dat de nog steeds aanwezige orgeltribune en de zeer fraaie orgelkast gebouwd zijn rond 1540 ter vervanging van een ander orgel. Waarschijnlijk heeft David van Bourgondie opdracht tot de bouw van dit instrument gegeven. In het begin van de 17e eeuw heeft de orgelmaker Albert Kiespenning in de bestaande kas een nieuw instrument geplaatst. Van dit insturment is nog  zeer veel pijpwerk aanwezig. Een eeuw later, in 1716 besluit de vroedschap van de stad het orgel te laten restaureren en uit te breiden. Dit werk wordt verricht door Verhofstadt. In 1819 krijgt de Goudse orgelmaker Friedrichs op het orgel ingrijpend te wijzigen. De geschilderde koppen op het orgel dateren vermoedelijk uit de 17e eeuw.

herinrichting

Herinrichting

De herinrichting van deze tuin vloeit voort uit een overeenkomst tussen de Gemeente Wijk bij Duurstede en de parochie, gesloten op het eerste ‘Beursplein Wijk’ (een initiatief voor ‘betrokken ondernemen’), op 31 januari 2008. De gemeente moest een brandtrap plus vluchtroute aanleggen voor gebouw Feuniks, dat grenst aan de pastorietuin. Bovendien was er in de stad behoefte aan meer groen en ruimte om op adem te komen.

In ruil voor de ruimte die de parochie bood voor een semi-openbare tuin zou de gemeente voor de aanleg en het onderhoud zorgen. In 2010 voegde de gemeente de daad bij het woord en kreeg de firma Mocking opdracht tot aanleg en onderhoud van de tuin.

  

DE REFORMATIE EN DE KRUISEN OP HET DWARSSCHIP VAN DE GROTE KERK.

Met de komst van bisschop David van Bourgondië in de 15e eeuw kreeg het kerkelijke en maatschappelijke leven in Wijk bij Duurstede een sterke impuls. Wijk kreeg internationale belangstelling en er kwam een complete hofhouding van de bisschop naar Wijk. De bisschop bracht zijn eigen staf mee, stuk voor stuk rijke mannen, gewend aan het luxe en weelderige Bourgondische hofleven. Zij gaven veel geld uit en hielden er een stoet van bedienden op na. De welvaart nam toe, de bevolking groeide en er werden veel huizen gebouwd. Vandaag de dag zijn er in Wijk nog een aantal huizen, waar onder kelders te vinden zijn, waar de kloostermoppen aan Wijks bisschoppelijke periode herinneren. Genoemd kan worden de kelder onder de D.A.-winkel aan de Markt waar momenteel de Wereldwinkel gebruik van maakt.

102-1
Aartsbisschop Frederik Schenk van Toutenburg

 

Bisschop David van Bourgondië overleed in 1496. Na hem zijn er nog zes bisschoppen geweest voordat in 1561 Frederik Schenk van Toutenburg door de paus als eerste aartsbisschop van Utrecht werd benoemd. Hij was in 1503 in Wijk bij Duurstede geboren, van adel en ontzettend rijk. Het stadsbestuur van Utrecht leende van hem in 1576 een som van f 40.000,- om de muitende huursoldaten in het Spaanse kasteel Vredenburg te kunnen betalen. Frederik was aartsbisschop tijdens de roerige reformatie-periode. Hij hield er twee minnaressen op na, waarvan de namen bewaard zijn gebleven. Het waren Ida Claessen en Anna Jansen, die van hem twee kinderen hadden gekregen. Het celibaat was toen ook al een groot probleem.

Gezien het leefpatroon van bisschoppen, priesters en monniken was het dan ook geen wonder dat een deel van de Rooms Katholieke kerk in opstand kwam. Nadat Luther in 1517 zijn 95 stellingen had gepubliceerd werd het onrustig in de Rooms-Katholieke kerk. Toch duurde

het nog een lange tijd voor deze nieuwe ideeën doordrongen op het platteland. In de steden was de sociale controle geringer, maar ook in Wijk konden ketters niet ongestoord hun gang gaan. Het feit dat de bisschop met zijn pracht en praal regelmatig in Wijk verbleef, maakte dat ketters hier door de stadsoverheid, die de bisschop graag in Wijk wilde houden, sterk vervolgd werden.

In 1564 werden er drie ketters uit Wijk naar het kasteel Vredenburg te Utrecht gebracht. Het waren de snijder (kleermaker) Jan Henricksz van Cothen, de stoeldraaier Jan Jansz en de linnenwever Henrick Hermansz. Het zijn alle drie middenstanders, een groep waaronder de Reformatie grote aanhang had. De zeer conservatieve boeren in de streek hielden zich erg op de vlakte en dat had natuurlijk invloed op allen die van hen afhankelijk waren, in eerste instantie de boerenarbeiders. Boeren en boerenarbeiders zijn er dan ook nauwelijks te vinden onder de eerste ketters. De aanklacht tegen de drie ketters was dat ze aan de overkant van de Lek naar bijbellezingen waren geweest en de biecht en de communie hadden overgeslagen.

Op 15 februari 1566 kregen de drie ketters de kans te herroepen, hetgeen ze gedaan hadden, maar dit ging niet van harte. Enige maanden later raasde de beeldenstorm over Utrecht met als deelnemers Jan Henricksz en Henrick Hermansz. Twee jaar later werden ze gegrepen en verbannen. Jan Jansz had ook mee willen doen, maar hij zat onder de plak van zijn vrouw, die de ketterse boekjes van haar man verbrandde en hem met de deegroller tegenhield toen hij naar Utrecht wilde gaan. Toch gaf hij zijn ideeën niet op. Zijn zoon werd later ouderling in de Wijkse protestantse kerkenraad.

102-2
Het dwarsschip met twee kruisen.

Het aantal ketters in Wijk groeide ondertussen tegen de vervolgingen in. In 1569 werden er weer Wijkenaren gegrepen. o.a. de linnenwever Dierick Cornelisz, bijgenaamd Sladoot, die opgehangen werd. Ondanks de doodstraffen en verbanningen waren er direct na de Unie van Utrecht (1579), toen de protestanten godsdienstvrijheid kregen, in Wijk al voldoende protestanten om een kerkenraad te beginnen. Hierin hadden de meer gematigde protestanten zitting. De kerkenraad werd geïnstalleerd door Thomas Spranckhuysen, die in 1562 als pastoor te Weert was begonnen, maar zich in 1566 had bekeerd tot de Reformatie, gehuwd was en twee jaar later werd verbannen. Sindsdien trok hij rond en preekte ook enkele malen in Wijk. Vaste predikant is hij niet lang in Wijk geweest want in 1582 werd hij predikant in Grave.

Op 8 maart 1580 woedde in Wijk een beeldenstorm en toen aartsbisschop Frederik Schenk van Toutenburg op 25 augustus 1580 in Wijk overleed, was het gedaan met de macht van het Rooms-Katholicisme in Wijk. De afgezette pastoor moest in 1581 vluchten en de protestanse godsdienst was voortaan de heersende godsdienst. De Grote Kerk werd voor de protestantse eredienst in gebruik genomen.

102-3
Het kruis op de zuidgevel van het dwarsschip.

 

Op het dak van het dwarsschip van de Grote Kerk staan aan de uiteinden twee kruisen. Het verhaal ging door Wijk dat tijdens de Reformatie de protestanten deze kruisen omver gehaald hadden, maar dat ze de volgende morgen weer recht overeind stonden. Gezegd werd dat onze lieve Heer zelf de kruisen weer overeind had gezet.

De kerkarchivaris, 14 februari 2011
Ton Gelok
Gepubliceerd in de kerkbladen van de Protestantse en Hervormde gemeentes te Wijk bij Duurstede, 2011

VAN HET VERVOLGEN DER “PAEPEN” TOT EEN KARDINAAL OP DE PREEKSTOEL.

In 1581 zijn de rooms-katholieke instellingen in Wijk bij Duurstede overgegaan in protestantse handen. Het betrof de St. Jans- of Grote Kerk, het Maria Magdalena Klooster en het Ewoud- en Elisabeth Gasthuis. Toch was het niet zo, dat de Wijkenaren nu in grote aantallen hun R.K.-geloof inwisselden voor het geloof van Calvijn. In de eerste decennia na 1581 werd het rooms katholieke vuur levend gehouden door rondtrekkende priesters, die zich voor kortere of langere tijd in Wijk ophielden.
gelok101-1

Wijk bij Duurstede omstreeks 1450
(boek: “Wijk bij Duurstede 700 jaar stad”)

De rooms katholieken kerkten eerst clandestien in het Maria Magdalenaklooster. Dit Dominicanessenklooster lag op de plaats waar nu de R.K-kerk staat. Pater Bernardus van Goes kwam in 1596 naar het klooster nadat de zusters in tien jaar geen priester van hun orde hadden gezien. Hij moest zich overdag schuil houden op een zolderkamertje en nadat ’s avonds de poort van het klooster was gesloten, kon hij zich vrij door het klooster bewegen. Op zon- en feestdagen hield hij een preek waarbij enige burgers en boeren aanwezig waren. Deze bezoekers van de heilige mis moesten reeds de avond van te voren komen en ’s nachts in het klooster overnachten. De volgende morgen om zeven uur begon de pater de heilige mis te lezen en na afloop hiervan moesten de bezoekers, de een na de ander, zo onopvallend mogelijk het klooster verlaten. Dit heeft de pater tot 1605 volgehouden. In die tijd woedde er een hevige pestepedimie in Wijk en stierven er binnen twee maanden elf zusters. De 70-jarige priorin, de 90-jarige onder-priorin en twee zusters bleven over. De pater kon nog juist uitwijken voordat de overheid ingreep.

In 1605 eigende het stadsbestuur zich een gedeelte van het klooster toe. De “voorborch” werd toen voor de
huisvesting van soldaten gebruikt. De zusters werden naar elders overgebracht. In 1611 overleed de onder-priorin en werd haar huis bestemd als predikantswoning. Het klooster werd na de dood van de priorin in 1618 gesloten. De magistraat kocht voor 500 gulden de huisjes die bij het klooster hoorden. De refter werd vanaf 1619 gebruikt voor bijeenkomsten van de classis van de Nederduitse Gereformeerde Kerk. Het kloosterkerkje is in 1656 afgebroken.

gelok101-2

Het Maria Magdalena Klooster lag op de plaats van de huidige R.K.kerk. (boek: “Wijk bij Duurstede 700 jaar stad”)

Vanuit Overlangbroek werkte in deze streek de priester Steven de Cruyff de eerste decennia na 1581 ook ondergronds en wist zodoende velen voor de R.K.kerk te behouden. Dit tot het ongenoegen van de predikanten, die hun beklag bij het bestuur van Wijk deden over”paapsche stoutigheden”.

Na 1619 nam de druk toe om de katholieken te vervolgen. In 1631 werd er geklaagd dat “ten huyse van Claes Gerrits ende Herman aende Melcwech onder den gerechte van Wijck te Duerstede grote pauselijcke vergaderingen gehouden worden”. In 1632 kwam Theodorus Adolfus van Reede van Amerongen naar Wijk. Hij stichtte in dit jaar de Wijkse parochie opnieuw. Deze heeft als geen ander de katholieken in Wijk weer bijeengebracht, zodat in 1635 het aantal communicanten was opgelopen tot 400 en in 1656 tot 1200. Stilzwijgen werd de uitoefening van het R.K.geloof gedoogd.

In de Achterstraat werd voor deze parochie, achter de pastoorswoning, een schuilkerk gebouwd. Het is niet bekend wanneer deze bouw heeft plaatsgevonden, wel is er een gravure uit 1790 waar de schuilkerk opstaat. Tot in de 19e eeuw heeft deze kerk dienst gedaan. In 1899 is de schuilkerk afgebroken en zijn er twaalf huisjes gebouwd. Deze huisjes werden de twaalf apostelen genoemd. In 1976 zijn de twaalf apostelen afgebroken en de huidige woningen gebouwd. Op één van de woningen is nog een plaquette over de schuilkerk te zien.
gelok101-3

De Schuilkerk in de Achterstraat in 1790.

In de achtiende eeuw speelden de tegenstellingen nog wel een belangrijke rol. In een raadsstuk van de magistraat van 1735 staat: “vermits dat de meeste familie die van buyten hier komen wonen bijna alle rooms gesinden sijn en meer ende meer aangroeyen en de gereformeerde ingetaale verre te boven gaan”. De magistraat probeerde deze ontwikkeling om te buigen door katholieke immigranten te verbieden zelfstandig een beroep uit te oefenen.

Over het algemeen moesten de predikanten in de 18e eeuw hun kerkelijke problemen zelf oplossen, maar in individuele gevallen van gemengde huwelijken wilde de magistraat nog wel eens reageren op klachten van de predikanten. Een mooi voorbeeld is het geval van de gereformeerde Cornelis de Wael die getrouwd was met de katholieke Jacoba Vernoy. Het jonge stel woonde in bij de rijke katholieke brouwer Johan Vernoy. De magistraat had het vermoeden dat de op handen zijnde gezinsuitbreiding de gereformeerde gemeente van Wijk in beroering zou kunnen brengen. Zij riep de aanstaande vader bij zich en stelde hem de vraag of hij er voor in kon staan dat zijn kind in de Grote Kerk gedoopt zou worden. Cornelis zei dat hij niet in staat was die garantie te geven. De regenten achtten dit in strijd met “de martialen macht die een man over sijn vrouw en kinderen volgens de goddelicke en wereltlicke wetten van den lande” toekwam. Het kind had dan ook nog maar nauwelijks het levenslicht aanschouwd of de strijd om de doop barstte los. Cornelis kwam tenslotte zijn beklag doen bij de magistraat. Hij kon namelijk niet over het kind beschikken en werd er angstvallig van weggehouden. Hierop stuurde de magistraat een deurwaarder en een vroedvrouw op de onwillige Johan Vernoy en zijn dochter Jacoba af. Echter gezien de “teerheit” van de zuigeling was het niet verantwoord om de doop te voltrekken. Om de situatie meester te blijven, kwartierde de raad vervolgens twee deurwaarders en een ouderling van de gereformeerde religie bij Vernoy in, totdat het kind toch in de Grote Kerk gedoopt kon worden.

Uit het feit dat rond 1650 ongeveer de helft van de bevolking van Wijk tot de R.K.kerk behoorde, kan geconcludeerd worden dat de protestantisering in Wijk niet echt is doorgezet. In 1809 waren er 1043 katholieken en  749 gereformeerden in Wijk.

gelok101-4

Kardinaal Simonis op de preekstoel op 9 september 2000.

gelok101-5

De tegenstellingen tussen de rooms-katholieken en protestanten hebben ook in Wijk lang geduurd. Tot na de Tweede Wereldoorlog gaven gemengde huwelijken de nodige problemen. Pas na de tweede helft van de vorige eeuw normaliseerden de betrekkingen tussen de beide groeperingen. Er worden nu gezamenlijke kerkdiensten georganiseerd. In het kader van het 700-jarig bestaan van Wijk bij Duurstede heeft kardinaal Simonis op 9 september 2000 zelfs een vesperdienst geleid in de Grote Kerk.

De Kerkarchivaris, 30 november 2010
Ton Gelok