In hulpeloze mensenwoorden
In hulpeloze mensenwoorden
dragen wij op in Uw ontferming,
het grote leed dat door de wereld gaat,
de angst die heel ons hart zou kunnen treffen.
Wanneer wij zien, hoe klein en hoe beperkt wij zijn,
Schenk ons dan weer de beelden welke wij verstaan:
Die van een heuvel en een kudde,
Die van een herder en een lam.
O God, geef ieder die U vindt, en ieder die U zoekt,
De droom van een gelaat, het beeld van een gezicht.
Het visioen van Uw gelaat,
Uw aangezicht,
Uw hand, waarin ons leven rust.
Fum van den Ham