Zondag 28 oktober ging Annemieke Verberk voor in een Woord- en Communieviering in onze kerk. Haar overweging is een oproep om vaker stil te worden en daardoor beter te luisteren naar ons zelf, naar de wereld om ons heen, maar vooral naar God:
“Ik heb al sinds vele jaren de gewoonte om op zondagmorgen, in alle vroegte, mijn rondje te joggen.” Zo begon 28-10-2018 de overweging in onze kerk. Het werd een zeer inspirerende oproep vanuit het evangelie. Annemieke Verberk, een van onze ‘lekenvoorgangsters’, vervolgde:
Nauwelijks verkeer op dat uur. Ik heb oog en oor voor de geluiden om mij heen en de prachtige natuur en de zonsopkomst. De stilte komt over mij…
Met onze ogen zien we bij mensen alleen de buitenkant, maar met onze oren komt de ander bij ons binnen door wat die ander zegt. Het is alsof er een buis direct van ons oor naar ons hartloopt. Helemaal als, zoals bij een blinde, het gehoor extra ontwikkeld is.
Wat zouden we hieruit kunnen afleiden voor ons, wij mensen van deze tijd, die steeds meer gericht zijn op uiterlijkheden. Horen we daardoor minder goed wat belangrijk is voor ons en voor deze wereld?
Bartimeüs is blind. Maar hoe staat het met zijn gehoor? Is dat extra goed ontwikkeld? Nou en of! Jezus trekt met zijn leerlingen, een luidruchtige menigte, Jericho binnen. Het gonst van de stemmen. Een gewoon iemand zou niet één van al die stemmen kunnen onderscheiden. Maar de blinde, die niets ziet, hoort dat het Jezus was. Niet omdat Hij met stemverheffing sprak, maar omdat Hij op een bijzondere manier sprak. Hij laat de kans niet voorbijgaan om uit te roepen wie deze Jezus in zijn ogen is: “de Zoon van David”, de lang verwachte verlosser, degene die het Rijk van God doet aanbreken.
Hou je mond
Hij schreeuwt het zo hard uit, dat de mensen hem toeroepen: “Houdt je mond, man!”. Waarom riepen ze dat? Ik denk omdat ze geïnteresseerd waren in Jezus en niet gestoord wilden worden in hun belangstelling door de smeekbede van iemand aan de kant van de weg. Maar de blinde laat zich het zwijgen niet opleggen. Want hij is niet geïnteresseerd in Jezus. Hij gelóóft in Jezus. Want hij hoort in Jezus een stem als geen andere, de stem van God.
De blinde is niet geïnteresseerd in Jezus. Hij gelóóft in Jezus omdat hij gehóórd heeft. Daarom roept hij Jezus luidkeels zijn leven binnen. Want hij wil dat Jezus zich zijn leven aantrekt. En dat doet hij: zo geeft ook de profeet Jeremia in de 1elezing weer dat God juist oog had voor de zwakkeren, toen hij zijn volk thuis bracht uit de ballingschap.
Persoonlijke investering
U en ik hebben intussen natuurlijk allang begrepen dat dat precies de vraag is aan ons.Zijn we geïnteresseerd in Jezus? Of gelóven we in Hem?Zijn we geïnteresseerd in Jezus, dan blijft Hij in zekere zin toch aan de buitenkant, zoals bij de gonzende menigte het geval was. Maar gelóóf je in Hem, dan komt Hij je leven binnen. Geloof vraagt om persoonlijke investering. Geloof vraagt moed. En die heeft Bartimeüs, want wanneer Jezus stil blijft staan en tegen zijn leerlingen zegt: “Roept hem hier!”, legt hij alles af en loopt blindelings op Jezus af. Jezus, de Heer, die hij niet zag, maar wel gehoord had. En op de vraag wat Jezus voor hem kan doen, roept hij vastbesloten uit: “Meester, dat ik ziende wordt!”.
We begrijpen nu dat de man niet alleen bedoelt, dat hij weer kan kijken. Om over te gaan tot de orde van de dag. Nee, “dat ik ziende wordt”, dat wil zeggen: laat mij zien wat ik geloofd heb. Laat mij zien in wie ik geloofd heb! En op dat moment worden zijn ogen geopend en wordt hij een volgeling van Jezus. Een mens die blind was, die daardoor meer en beter hoorde dan de ziende mensen, en die daardoor beter zag, dan de mensen die wel goed hadden kunnen zien.
De stem van God
Wat vertelt het verhaal van Bartimeüs nu over onszelf? Dat ons geloof niet voortkomt uit wat we zien. Ons geloof komt voort uit wat we horen. Uit de menigte van stemmen om ons heen, worden we geraakt door een unieke stem , de stem van de stilte, de stem van God, de stem die niet boven alles uitschreeuwt, de stem die geduldig wacht tot we hem verstaan. En als we die stem verstaan, gaan we onszelf en alles met andere ogen zien. We zijn dan als mensen, die voortaan blind zijn voorwat de wereld bezielt en voortdrijft, de waan van de dag. En we worden mensen die oog hebben voorwaar het werkelijk om gaat, en wat werkelijk van waarde is, en die daar ook naar willen leven in het voetspoor van Jezus Christus.
Wat onze tijd nodig heeft
Onze tijd heeft het moeilijk met geloof in God. Het is een lawaaierige tijd. Letterlijk en figuurlijk. Op straat is het nooit stil. De buurman maait het gras op zondag – Goddank heeft hij sinds enige weken kunstgras… In onze huizen staat voortdurend de radio of televisie aan. Zelfs in de kerk hebben we soms moeite om stil te worden. Er komen zoveel meningen op ons af. Onze tijd is vooral een tijd van kijken, we leven in een beeldcultuur. De moderne krant bestaat voor een groot deel uit plaatjes. Alles is beeld. Maar God kunnen we niet zien. Dat is één van de redenen waarom God letterlijk uit beeld raakt in onze tijd. Maar Hij spreekt niet minder dan ooit. Als we onze ogen sluiten en stil worden, is God dichterbij dan ooit. We hoeven deze wereld niet te ontvluchten, maar we moeten af en toe wel blind durven zijn om de stilte waarin we God ontmoeten, beter te kunnen horen. Wat onze tijd nodig heeft, is dat we juist ook in de kerk weer de stilte durven toelaten en zelf stil durven zijn. Dan zullen we weer gaan ervaren wat het betekent dat de kerk God’s huis is, en dat Hij in ons midden woont.
Een bescheiden en een verstilde kerk is misschien wat deze tijd meer dan ooit nodig heeft om geloofwaardig te zijn. Een kerk van mensen die niet alleen geïnteresseerd zijn in God, maar die het uitschreeuwen: “Kyrie Eleison. Heer, ontferm u over ons en onze wereld.” Durven we het zelf aan om weer stil te worden voor God?